Archief van verloren kinderen
Details
Genre
Ideeënliteratuur,
Essays
Onderwerp
Literatuur
Titel
Valse papieren
Auteur
Valeria Luiselli
Vertaler
Luc de Rooy
Inleider
Jan Postma
Taal
Nederlands, Spaans
Oorspr. taal
Spaans
Oorspr. titel
Papeles falsos
Uitgever
Amsterdam: Das Mag Uitgevers, 2025
163 p.
163 p.
ISBN
9789493399310
Besprekingen
Leeswolf
Valse papieren is een harmonieus essay in tien delen, waarin Luiselli vanuit verschillende oogpunten…
Valse papieren is een harmonieus essay in tien delen, waarin Luiselli vanuit verschillende oogpunten en steden reflecteert over melancholie, urbaan verval, identiteit en de bedreigde kunst van het flaneren. De hoofdstukjes reflecteren elkaar door middel van een reeks subtiele motieven, waarvan de spiegel het meest symbolisch is. Luiselli’s deelessays werken als een draaibare ronde scheerspiegel die ofwel verkleint, ofwel vergroot: op die manier zoomt de ene tekst in op datgene wat in de andere slechts een detail is. De literaire verwijzingen vermengen zich met impressies van haar wandelingen door Venetië, Mexico-Stad en New York.
Op een Venetiaans kerkhof gaat Luiselli’s alter ego op zoek naar het graf van de Russische dichter Joseph Brodsky. Initieel zonder veel succes, maar dan stuit ze uiteindelijk op de zerk. Meteen is duidelijk dat Luiselli aangetrokken wordt door ‘niet-plaatsen’: hotelkamers, stoepen en portieken, plaatsen waarvan de voorlopige en onvatbare identiteit gevuld en gewist wordt door de mensen die er dagelijks passeren.
Van Venetië vliegt de vertelster naar Mexico-Stad. Iedereen die ooit aan het raampje zat tijdens een landing in ‘El D.F.’ zal haar emotionele woorden over deze adembenemende ervaring beamen. Over andere ideeën valt dan weer te discussiëren. De warboel die Mexico-Stad heet, heeft wel degelijk een duidelijk historisch centrum en een aantal kilometerslange assen die de stad doorkruisen, en dus valt het best mee om je er te oriënteren. Voetgangersvriendelijk kan je de stad inderdaad niet noemen, maar dat wandelen nog steeds de beste manier is om je er een beeld van te vormen, bewijst Luiselli in de eerste plaats zelf.
In navolging van Wittgenstein vergelijkt Luiselli de taal met een grote stad in constante aanbouw waarin het almaar moeilijker flaneren is. Die vergelijking gaat zeker op voor haar eigen tekst, waarin je als lezer niet bepaald argeloos kan rondslenteren. Wie niet gewaarschuwd is, struikelt ongetwijfeld over het teveel aan citaten: Benjamin, Deleuze, Barthes, Wittgenstein. Misschien vormt niet zozeer de overdaad aan citaten het obstakel, maar de belerende manier waarop ze die aan de man brengt.
De meest genietbare stukjes van Valse papieren zijn die passages waarin Luiselli durft te freewheelen. In het derde en vierde deel maken we een fietstocht door de Colonia Roma. Spontaan werpt Luiselli fietsen op als hét alternatief voor de gediskwalificeerde flanerende denker. Een ander hoogtepunt is het in New York gesitueerde negende hoofdstuk. Het besef dat privacy in onze dichtbebouwde steden een steeds zeldzamer privilege is, brengt de vertelster tot de conclusie dat we enkel nog ruimte hebben voor onszelf op die plaatsen die ons niet eigen zijn.
Omdat ook plekken om in stilte te lezen schaarser worden, laat Luiselli haar vertelster lezen op een kerkhof in Mexico-Stad. Eens te meer blijkt dat ze verkiest om een aantal belangrijke invloeden net niet te expliciteren, of tenminste niet op de plaats waar je dat verwacht. De nadrukkelijke citaten zijn niet zelden een afleidingsmanoeuvre om de critici op het verkeerde been te zetten in hun speurtocht naar literaire voorbeelden.
(Dit is een abstract van een artikel van Jasper Vervaeke. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 8, 2012.)
[Jasper Vervaeke]
Op een Venetiaans kerkhof gaat Luiselli’s alter ego op zoek naar het graf van de Russische dichter Joseph Brodsky. Initieel zonder veel succes, maar dan stuit ze uiteindelijk op de zerk. Meteen is duidelijk dat Luiselli aangetrokken wordt door ‘niet-plaatsen’: hotelkamers, stoepen en portieken, plaatsen waarvan de voorlopige en onvatbare identiteit gevuld en gewist wordt door de mensen die er dagelijks passeren.
Van Venetië vliegt de vertelster naar Mexico-Stad. Iedereen die ooit aan het raampje zat tijdens een landing in ‘El D.F.’ zal haar emotionele woorden over deze adembenemende ervaring beamen. Over andere ideeën valt dan weer te discussiëren. De warboel die Mexico-Stad heet, heeft wel degelijk een duidelijk historisch centrum en een aantal kilometerslange assen die de stad doorkruisen, en dus valt het best mee om je er te oriënteren. Voetgangersvriendelijk kan je de stad inderdaad niet noemen, maar dat wandelen nog steeds de beste manier is om je er een beeld van te vormen, bewijst Luiselli in de eerste plaats zelf.
In navolging van Wittgenstein vergelijkt Luiselli de taal met een grote stad in constante aanbouw waarin het almaar moeilijker flaneren is. Die vergelijking gaat zeker op voor haar eigen tekst, waarin je als lezer niet bepaald argeloos kan rondslenteren. Wie niet gewaarschuwd is, struikelt ongetwijfeld over het teveel aan citaten: Benjamin, Deleuze, Barthes, Wittgenstein. Misschien vormt niet zozeer de overdaad aan citaten het obstakel, maar de belerende manier waarop ze die aan de man brengt.
De meest genietbare stukjes van Valse papieren zijn die passages waarin Luiselli durft te freewheelen. In het derde en vierde deel maken we een fietstocht door de Colonia Roma. Spontaan werpt Luiselli fietsen op als hét alternatief voor de gediskwalificeerde flanerende denker. Een ander hoogtepunt is het in New York gesitueerde negende hoofdstuk. Het besef dat privacy in onze dichtbebouwde steden een steeds zeldzamer privilege is, brengt de vertelster tot de conclusie dat we enkel nog ruimte hebben voor onszelf op die plaatsen die ons niet eigen zijn.
Omdat ook plekken om in stilte te lezen schaarser worden, laat Luiselli haar vertelster lezen op een kerkhof in Mexico-Stad. Eens te meer blijkt dat ze verkiest om een aantal belangrijke invloeden net niet te expliciteren, of tenminste niet op de plaats waar je dat verwacht. De nadrukkelijke citaten zijn niet zelden een afleidingsmanoeuvre om de critici op het verkeerde been te zetten in hun speurtocht naar literaire voorbeelden.
(Dit is een abstract van een artikel van Jasper Vervaeke. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 8, 2012.)
[Jasper Vervaeke]
NBD Biblion
Bookarang (AI samenvatting)
Een literaire en essayistische reis langs verschillende steden. Luiselli vertelt over de boeken die…
Een literaire en essayistische reis langs verschillende steden. Luiselli vertelt over de boeken die ze las en indruk op haar maakten, gaat op zoek naar betekenissen van karakteristieke woorden en denkt na over de definitie van literatuur. Ook gaat ze in op de thema's reizen en verhuizen. Op intelligente toon en in poëtische stijl geschreven, met literair vakmanschap. Met auteursportret in zwart-wit.
Valeria Luiselli (1983) is een Mexicaanse auteur. Ze schreef onder meer ‘Vertel met het einde’ en de roman ‘Archief van verloren kinderen’ die werd genomineerd voor de Booker Prize.
Dit boek is het debuut van Luiselli en werd oorspronkelijk in 2010 gepubliceerd.* Deze jubileumuitgave bevat een voorwoord van Jan Postma.